60.
Chronophone, Elgephone en Flamephone met
gas verbranding |
Niets was te gek...elk idee werd uitgeprobeerd....dat was de
instelling bij uitvinders begin 1900.
Voor een toch wel heel merkwaardige machine zorgden de
Société L. Gaumont & Cie en Mr.Georges Laudet. Léon Gaumont was
omstreeks de eeuwwisseling een belangrijke pionier in de film- en cinémawereld
te Parijs. Hij vervaardigde films, camera's, cinéma apparatuur en verzorgde
cinémavoorstellingen in grote zalen. Met zijn Chronophone (1902) slaagde hij
erin de film en het door de fonograaf voortgebrachte geluid te synchroniseren.
Streven naar een groter geluidsvolume is in de cinémawereld ook geen abnormale
stap, zeker niet omdat er zalen bestonden die plaats boden aan meer dan 3000
personen....maar hij zocht het wel heel ver. Het basisidee was hetzelfde als dat
van Parsons: een vibrerende luchtklep moest de geluidsgolven opwekken. Maar hij
gebruikte geen gewone perslucht maar samengeperste brandbare gassen. Nadat de
gasstroom door de oscillaties in de grammofoonplaat en een bijhorende klep in
drukgolven was omgezet, werden deze vervolgens nog eens verbrand ! Die
ontbranding moest nog een extra boost geven aan het volume. De branders
vereenvoudigden de constructie natuurlijk niet. Ze moesten voorzien worden van
koelers tegen oververhitting. Door de afkoeling in de uitlaat en de hoorn
condenseerde het water in de verbrandingsgasstroom. Ook dit water moest dan weer
opgevangen worden zodat het geen schade kon aanrichten. Gaumont en Laudet legden
deze uitvinding vast in meerdere patenten in 1905 en 1906. Hier enkele schetsen
horende bij No353259 van 12 april 1905 en een toevoeging van 30 oktober 1905
Links op fig1 is de "weergever" afgebeeld. Het gas
stroomt bovenaan binnen via (f) en wordt naar links door het rooster (d)(fig15) en
naar rechts door het rooster (e) geblazen. De oscillerende staaf in het verlengde
van de grammofoonnaald bepaalt de hoeveelheid gas die naar links of rechts kan
ontsnappen. Langs de tube (t) komt het gas dan in verbrandingskamer (v). Wel nieuw
was het idee om de twee kanten van de oscillatiegolf te gebruiken en met een
"dubbele klep" om te zetten naar twee geluidsgolven. Vandaar de
uitvoering met twee hoorns. Verder experimenteerden ze met variaties in deze
dubbele klep die aan weerszijde zelf een dubbele gasstroom met twee branders
verdeelde. Het apparaat dat werkte met deze "thermische
geluidsversterking" noemden ze "Elgephone". In de literatuur
spreekt men ook soms over "Chronophone" omdat er logischerwijs een
voorziening was aangebracht om de synchronisatie met de geprojecteerde films
mogelijk te maken.
Of er van het hierboven afgebeelde toestel nog een exemplaar
de tand des tijd heeft doorstaan weet in niet maar in het "Conservatoire
des Arts et Métiers" te Parijs staat nog steeds onderstaande mastodont.
Door middel van de twee draaitafels was het mogelijk om langere films
ononderbroken van geluid te voorzien.
Toch enige bedenkingen. Het is zeer de vraag of deze
supplementaire "thermische verbranding" wel extra volume gaf aan de
persluchtklep of zelf geen storend brandergeluid opwekte. Ook het idee om de
twee kanten van de bij het aflezen van de grammofoonplaat ontstane oscillatie te
gebruiken was wel al uitgeprobeerd op weergevers met mica membraan bij gewone
grammofonen. Daar bleek het resultaat wel luider te zijn maar het gaf toch niet
het verhoopte dubbele volume omdat deze identieke geluidsgolven als het ware
samenvloeien. Door bij een enkelvoudige klep de lucht- of gasdruk wat op te
voeren kon men gemakkelijk hetzelfde effect krijgen als met een dubbele klep.
Tot slot nog voor de aardigheid een markant toestel dat ook de
"voordelen" van verbrandende gassen pretendeert: de "Flamephone",
vaardigd door de "Scientific & Projections Ltd uit London omstreeks
1922. Het opzet hier was een akoestische verbetering te verwezenlijken en niet
zozeer een groot volume te genereren zoals met de
Auxetophone. De weergever zou ook gaspulsaties
opwekken naar twee staafvormige verbranders. Een hoorn was ook niet meer nodig
want het achterin geplaatste scherm weerkaatste het glashelder geluid. Zoals te
zien had de weergever aan de rechterkant ook een uitgang naar een geluidsarm.
Deze steeds breder wordende arm is eigenlijk een gecamoufleerd hoorntje dat
uitmondt tussen de gasbranders en het scherm. Dit was slechts een noodoplossing
voor het geval er geen gasvoorziening was zoals bijvoorbeeld tijdens een
picknick.....of ging het hier simpelweg niet om een dubieuze
advertentie?...zorgde de gasbranders niet enkel voor feeërieke flakkerende
toortsjes?
THE END
Keer terug naar de vorige pagina...
of lees
de Auxetophone geschiedenis van in het begin.
|